woensdag 28 december 2016

Wat beweegt de boze witte man?



We moeten tegenwoordig luisteren naar de boze, witte man. Ik heb daar niet zo’n zin in, want ik ben mijn hele leven bang geweest voor boze witte mannen. Op scholen, in het destijds ouderwets georganiseerde huisgezin, in de kerk: witte mannen waren de baas en hun zin dwongen ze af met boosheid, of met dreigende boosheid. 

Met ‘luisteren’ werd bovendien ‘gehoorzamen’ bedoeld. Het was een manier om leiding te geven, de baas te zijn. Ik kreeg een fikse hekel aan deze boze-witte-mannen-methode, omdat het de emoties en wensen van anderen ontkent en ondergeschikt maakt. Dezelfde argwaan ervaar ik nu dus weer bij het ‘moeten’ luisteren.

Bovendien ben ik ontzettend bang voor boze witte manlijke leiders zoals Trump en Wilders, die volkswoede aanwakkeren en daar hun politieke macht op baseren. Boze massa’s van witte mannen, die buiten zinnen zijn…, daar kan je veel destructiefs mee doen.

Mijn grote wens is dat boze witte mannen zich beter gaan uiten. Als ze kunnen vertellen wat hun werkelijk beweegt, wat onder hun boosheid schuilt, pas dan is er een dialoog. Nu schreeuwen ze alleen maar; ze willen dat je geïmponeerd bent.
Het uiten van boosheid geldt in de psychotherapie al een tijd niet meer als verstandige methode, omdat het de adrenaline vergroot. Slaan op kussens maakt de boosheid erger, agressie neemt juist toe. Geen ontlading, maar een oplading. Het is beter boosheid te laten zakken en te zoeken naar constructieve manieren om het probleem aan te pakken. Iemand is niet voor niks boos, er is wel iets aan de hand.

Vaak zit achter boosheid verdriet, maar dat willen mensen niet graag voelen, dat is onprettig en wordt als kwetsbaar ervaren, dus zijn ze liever boos. Angst kan er ook achter schuilen, dat willen mensen nog minder voelen, want dan hebben ze geen controle over de situatie. Verdriet en angst worden dus gemaskeerd door boosheid, dat geeft in ieder geval nog energie. Boosheid zet aan tot actie, tot op zekere hoogte is dat nuttig, tot daar waar het omslaat in destructie.

De filosofe Martha Nussbaum trok in december in Nederland volle zalen met haar boodschap dat woede omgebogen kan worden naar iets constructiefs. Daar luister ik heel graag naar. Zij ziet als grote voorbeelden zachtaardige, gekleurde mannen als Ghandi, Martin Luther King, Nelson Mandela en Obama. Niet toevallig baseerde Marshall Rosenberg zich op Ghandi en Martin Luther King toen hij in de tweede helft van de vorige eeuw de ‘Nonviolent Communication’ ontwierp.

Een interessante stelling van Rosenberg is dat onder ieder negatief oordeel een onvervulde behoefte schuilt. Zijn methode gaat over empathisch luisteren en ontdekken welke universele menselijke behoeftes er achter emoties schuilen.

We focussen veel te veel op emoties en blijven daarin hangen, waar het werkelijk om gaat zijn de behoeftes, of noem het: waarden. Als er geen behoefte, of waarde, in het spel zou zijn, zou het mensen niets kunnen schelen. Daar oog voor hebben kan angels uit conflicten halen.

Sommige mensen, vooral als ze heel boos zijn, willen niet dat je naar ze luistert en ze willen al helemaal niet dat je hun behoefte ontdekt en erkent. Dat ervaren ze als een ongewenste intimiteit, die bovendien hun boosheid doet afnemen. In dat geval moet je ‘empathisch raden’. Ook dat kan al helpen om verbinding te vinden met boze mensen.

Laten we eens proberen te raden wat boze witte mannen beweegt. Als voorbeeld neem ik het oordeel van Geert Wilders naar aanleiding van de recente aanslag in Berlijn, dat Angela Merkel bloed aan haar handen heeft. Een pittig verwijt. Hij vindt dus dat ze onzorgvuldig heeft gehandeld. Welk gevoel hoort daarbij? Onveiligheid, dus angst. Zijn behoeftes zullen liggen op het gebied van rust, gemak, veiligheid: dat geeft vrijheid van bewegen. 

Wilders is bang voor religieus fanatisme, in dit geval uitingen van de islam. En wat is religieus fanatisme? Daar zitten ook oordelen in: namelijk dat iedereen op een bepaalde manier moet leven. Wat voor gevoel zit daaronder? Ik vermoed ook angst, dat het anders een oncontroleerbaar zootje wordt. Dus het gaat hier ook om de behoeftes rust, gemak, veiligheid: dat geeft in dit geval eensgezindheid, saamhorigheid.

Als beide partijen zouden zien dat het in essentie om dezelfde universele menselijke behoefte van veiligheid gaat, misschien zijn ze dan bereid andere strategieën te bedenken. Nu brengen ze namelijk met hun agressieve methodes hun eigen veiligheid in het geding. Anderen je wil opleggen, wat religieuze fanatici doen, veroorzaakt strijd. En als boze witte man je afsluiten voor elke vorm van dialoog, veroorzaakt ook strijd. 

Veiligheid creëer je alleen als je zelf uit het strijdmodel stapt. Maar willen boze witte mannen naar deze boodschap luisteren?

zondag 11 december 2016

De Vertrouwenscrisis

Het stof is neergedwarreld rondom Terlouws betoog bij De Wereld Draait Door over vertrouwen. Het is enthousiast omarmd, het touwtje uit de brievenbus is ook verguisd als overdreven romantisch, tevens als irrealistisch. Zijn bewering dat er een gebrek is aan vertrouwen wordt door wetenschappelijk onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau niet gestaafd. Wat evengoed blijft staan, is dat zijn betoog massaal aansloeg: men heeft behoefte aan meer vertrouwen, dat geeft rust en ontspanning in een samenleving. 

Vertrouwen heeft als basis dat je ervan uitgaat dat vrijwel iedereen gericht is op het goede, dat niemand een ander en de wereld schade wil berokkenen. De mens is evengoed tot haat en kwaad in staat, tot uitbuiting en gerichtheid op eigenbelang. Dus hoe organiseer je vertrouwen, hoe zorg je dat men het goede wil doen? Waar Jan T. het over heeft is in essentie een crisis van de moraal.

Vertrouwen heeft dus impliciete afspraken nodig, waar we het over eens zijn, zoals dat je jezelf niet zal verrijken ten koste van anderen, of dat je elkaar helpt in tijden van nood. Vroeger was de christelijke moraal de basis; die morele bodem is echter weggevallen. Waarop baseren wij onze spelregels als het gaat om onze handel en wandel? Dat lijkt nog slechts een economische basis te hebben: 'ieder voor zich', 'het recht van de sterkste'.

Onlangs was in het nieuws dat er veel onnodige verrichtingen door artsen worden verricht vanuit financiële motieven. Ik wil in een wereld leven, waarin ik de gezondheidszorg kan vertrouwen, zodat ik niet overbodig geopereerd wordt, omdat iemand zijn hypotheek moet betalen. Onlangs zag ik Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid, in een interview toegeven dat er te veel zout in voedsel zit, dat dit schadelijk is voor de gezondheid, maar ze kan daar niets aan doen, want dat zou de concurrentiepositie van Nederlandse producten op de Europese markt verzwakken. Ik wil in een wereld leven, waarin ik het voedsel kan vertrouwen; dat ik niet ongezonder wordt door te veel zout, suiker, of houdbaarheidsstofjes, omdat de concurrentiepositie van het product op de Europese markt boven onze gezondheid gaat.

Met regelmaat duikt in het nieuws weer een manager op die zichzelf verrijkt heeft. Ik wil in een wereld leven waarin ik mensen die belangrijke functies bekleden, zoals personen die een zorginstelling, een woningcorporatie of een scholengroep leiden, zichzelf niet verrijken over de ruggen van de doelgroep waarvoor ze op aarde zijn. Geert Wilders heeft afgelopen vrijdag de rechterlijke macht geschoffeerd en in de Telegraaf had hij het over ‘schoon schip maken’. Ik wil in een wereld leven waarin ik de mensen die onze wetten maken kan vertrouwen, dat ze er zijn voor iedereen, dat ze met wijsheid over hun persoonlijke grenzen en landsgrenzen kunnen kijken.Ik wil in een wereld leven, waarin iedereen snapt dat veiligheid een basisbehoefte is van iedereen. 

Terlouws betoog was vooral een oproep aan de politiek om het klimaatprobleem aan te pakken. Het gaat hem om de toekomst van de aarde voor onze kinderen. Mijn kinderen zijn net op kamers gegaan en ik heb ze allebei een opblaasbaar rubberbootje met peddels meegegeven. Terlouws verhaal sloeg aan bij mij, vooral door de emotie van bezorgdheid en betrokkenheid. Daar heb ik het volste vertrouwen in: gevoel, empathie, omdat alles van waarde weerloos is. Sensitiviteit voor het kwetsbare kan ons gerichtheid geven op het doen van het goede. 

Zal ik ook meegaan met de huidige trend en een politieke partij oprichten? Dan stel ik voor de 'Partij voor de Kinderen' en dan meteen internationaal. Deze partij maakt bovendien alle andere partijen overbodig, dus dat schiet qua besluitvorming lekker op. Jan Terlouw wordt vast wel lijstduwer.