Het stof is neergedwarreld rondom
Terlouws betoog bij De Wereld Draait Door over vertrouwen. Het is enthousiast
omarmd, het touwtje uit de brievenbus is ook verguisd als overdreven romantisch,
tevens als irrealistisch. Zijn bewering dat er een gebrek is aan vertrouwen wordt
door wetenschappelijk onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau niet
gestaafd. Wat evengoed blijft staan, is dat zijn betoog massaal aansloeg: men heeft behoefte aan meer vertrouwen, dat geeft rust en ontspanning in een samenleving.
Vertrouwen
heeft als basis dat je ervan uitgaat dat vrijwel iedereen gericht is op het
goede, dat niemand een ander en de wereld schade wil berokkenen. De mens
is evengoed tot haat en kwaad in staat, tot uitbuiting en gerichtheid op eigenbelang. Dus hoe
organiseer je vertrouwen, hoe zorg je dat men het goede wil doen? Waar Jan T. het over
heeft is in essentie een crisis van de moraal.
Vertrouwen
heeft dus impliciete afspraken nodig, waar we het over eens zijn, zoals dat je
jezelf niet zal verrijken ten koste van anderen, of dat je elkaar helpt in
tijden van nood. Vroeger was de christelijke moraal de basis; die morele
bodem is echter weggevallen. Waarop baseren wij onze spelregels als het gaat om
onze handel en wandel? Dat
lijkt nog slechts een economische basis te hebben: 'ieder voor zich', 'het
recht van de sterkste'.
Onlangs was in het nieuws dat er veel onnodige verrichtingen door artsen
worden verricht vanuit financiële motieven. Ik wil in een wereld leven, waarin ik de gezondheidszorg kan
vertrouwen, zodat ik niet overbodig geopereerd wordt, omdat iemand zijn
hypotheek moet betalen. Onlangs zag ik Edith Schippers, Minister van Volksgezondheid, in
een interview toegeven dat er te veel zout in voedsel zit, dat dit schadelijk is
voor de gezondheid, maar ze kan daar niets aan doen, want dat zou de
concurrentiepositie van Nederlandse producten op de Europese markt verzwakken. Ik
wil in een wereld leven, waarin ik het voedsel kan vertrouwen; dat ik niet
ongezonder wordt door te veel zout, suiker, of houdbaarheidsstofjes, omdat de
concurrentiepositie van het product op de Europese markt boven onze gezondheid
gaat.
Met regelmaat duikt in het nieuws weer een manager op die
zichzelf verrijkt heeft. Ik wil in een wereld leven waarin ik mensen die
belangrijke functies bekleden, zoals personen die een zorginstelling, een
woningcorporatie of een scholengroep leiden, zichzelf niet verrijken over de
ruggen van de doelgroep waarvoor ze op aarde zijn. Geert Wilders heeft afgelopen vrijdag de rechterlijke macht geschoffeerd en in de Telegraaf had hij het over
‘schoon schip maken’. Ik wil in een wereld leven waarin ik de mensen die onze wetten
maken kan vertrouwen, dat ze er zijn voor iedereen, dat ze met wijsheid over
hun persoonlijke grenzen en landsgrenzen kunnen kijken.Ik wil in een wereld leven, waarin iedereen snapt dat veiligheid
een basisbehoefte is van iedereen.
Terlouws betoog was vooral een oproep aan de
politiek om het klimaatprobleem aan te pakken. Het gaat hem om de toekomst van
de aarde voor onze kinderen. Mijn kinderen zijn net op kamers gegaan
en ik heb ze allebei een opblaasbaar rubberbootje met peddels meegegeven. Terlouws verhaal sloeg aan bij mij, vooral door de
emotie van bezorgdheid en betrokkenheid. Daar heb ik het volste vertrouwen in:
gevoel, empathie, omdat alles van waarde weerloos is. Sensitiviteit voor het
kwetsbare kan ons gerichtheid geven op het doen van het goede.
Zal ik ook meegaan met de huidige trend en een politieke partij oprichten? Dan stel ik voor de 'Partij voor de Kinderen' en dan meteen internationaal. Deze partij maakt
bovendien alle andere partijen overbodig, dus dat schiet qua besluitvorming
lekker op. Jan Terlouw wordt vast wel lijstduwer.
Zodra je overweging een partij op te richten gericht op een zorgzame samenleving met de focus op de toekomst (de kinderen)materialiseert, weet je me te bereiken, hè Hester?
BeantwoordenVerwijderen