Donderdag 10 november is de jaarlijkse Dag van de
Mantelzorg. Overal in het land worden in deze periode door zorg- en
welzijnsorganisaties bedankmiddagen of -avonden georganiseerd. Ik treed als
cabaretier op bij dergelijke gelegenheden, met
mijn muzikante Elke Jansen heb ik een passend cabaretprogramma gemaakt. Dit doen we al
jaren. De avonden voor vrijwilligers zijn druk bezocht en de sfeer is bij
aanvang al vrolijk. Van de mantelzorgers schrok ik aanvankelijk: er komen er
maar weinig, want de meesten moeten mantelzorgen en vaak ook nog werken en dan
is de energie op. Van degenen die er wel zijn is te merken dat het merendeel
duidelijk overbelast is. Het zijn mensen die nog weinig vreugde, soms totaal
geen vreugde, meer kunnen vinden in het leven. Met mijn voorstelling doe ik
mijn uiterste best ze een beetje op te vrolijken en het is ontroerend als dit
lukt.
Terwijl voor steeds meer mensen mantelzorg een dagelijks
levensgroot probleem is, wordt er in de media maar weinig over geschreven. Blijkbaar
geen aantrekkelijk onderwerp. In mijn voorstelling zou ik graag de beroemde
frase zingen uit de ‘Dreigroschenoper’ van Brecht / Weill, maar dat doe ik
niet, want daar wordt niemand vrolijker van. “Denn die einen sind im Dunkeln und die andern sind im Licht. Und man
siehet die im Lichte, die im Dunkeln sieht man nicht…”
Dit is wel heel erg waar voor de mantelzorgers en nog meer
voor hen die van mantelzorg afhankelijk zijn.
Ouderen worden geacht langer
thuis te wonen, de overheid heeft op de zorg aan de onderkant veel bezuinigd,
het informele netwerk moet de zorg opvangen en dat leidt tot veel stil leed. De
situatie wordt steeds nijpender. Bekend is dat het aantal mensen met dementie
de komende jaren gaat verdubbelen, bij die mensen is 24 uur per dag hulp nodig.
Er bestaan al situaties dat moeder of vader even wordt vastgebonden, als de
mantelzorger boodschappen moet doen.
Een organisatie voor mantelzorgondersteuning, waar ik voor
ga optreden, vertelde dat het budget waar zij het van moeten doen al twaalf
jaar hetzelfde is gebleven, terwijl het aantal mantelzorgers sterk is
toegenomen en het aantal professionele hulpverleners is verminderd.
Inmiddels ben ik zelf in toenemende mate mantelzorger voor
mijn 88-jarige moeder. Ik ga door het vuur voor haar, maar mantelzorg is
inderdaad zwaar. Ondertussen moet ik ook mijn werk doen en mijn studerende
kinderen financieel ondersteunen.
Mijn voorstelling heet: ‘Het zijn de kleine dingen...’
Mantelzorg bestaat uit een eindeloze reeks kleine dingen.
Een voorbeeld van hoe
kwetsbaar zo’n situatie is. Mijn moeder is niet dom, geestelijk geheel bij,
alleen kan ze niet meekomen met de digitale wereld. ‘Ik ga niet ‘online’’, zegt ze. Steeds meer dingen
moeten echter digitaal geregeld worden. Sinds kort heeft ze een drie-in-één-pakket
van een grote provider. Van drie verschillende aanbieders ging ze terug naar
één, het was al een gedoe om dit allemaal geregeld te krijgen, maar goed. Mijn
moeder houdt goed bij wat ze betaalt en waarom. Nota’s worden echter door deze
provider niet opgestuurd, zelfs niet als ik aangeef dat mijn moeder daar extra
voor wil betalen. Het is ‘onmogelijk’.
Dat betekent dat ik nu de inlogcode van mijn moeder heb en
haar zaken met de provider online regel en haar nota’s download en print.
Kleinigheidje zou u zeggen, maar ik vind het feitelijk een schending van haar
privacy.
Hierover pratend in mijn omgeving hoorde ik iemand, die
vertelde dat haar zoon, 16 jaar, allerlei digitale zaken, o.a. de bankzaken,
regelt voor een oudere dame. Geen familie, gewoon een bijbaantje. Mijn mond
viel open.
Dit zal dus overal aan de hand zijn: vreemden die zaken regelen voor ouderen en ook voor mensen met een beperking. Nogal fraudegevoelig. Zelfs als het familie is, is het eigenlijk niet juist. Organisaties zouden daarom nog tien, vijftien jaar moeten wachten met het totaal doorvoeren van de digitalisering, puur uit menselijk opzicht voor de ouderen. En misschien moeten ze het wel helemaal nooit 100% digitaliseren voor mensen met een beperking. Zijn organisaties zich hiervan bewust? De provider van mijn moeder in ieder geval niet.
Dit zal dus overal aan de hand zijn: vreemden die zaken regelen voor ouderen en ook voor mensen met een beperking. Nogal fraudegevoelig. Zelfs als het familie is, is het eigenlijk niet juist. Organisaties zouden daarom nog tien, vijftien jaar moeten wachten met het totaal doorvoeren van de digitalisering, puur uit menselijk opzicht voor de ouderen. En misschien moeten ze het wel helemaal nooit 100% digitaliseren voor mensen met een beperking. Zijn organisaties zich hiervan bewust? De provider van mijn moeder in ieder geval niet.
Het is van belang dat we het gesprek over de informele hulp
voeren in het maatschappelijk debat, zodat er humaner door overheid, instanties
en organisaties met hulpbehoevenden en hun verzorgers wordt omgegaan. Ook, of
juist, in de kleine dingen. Ik hoop dat meer mensen hun verhaal zullen
vertellen. Klim in de pen en overspoel de (lokale) media met uw verhalen in het
kader van ‘De Dag van de Mantelzorg’!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten