woensdag 25 februari 2015

Woesj!

Ik werk aan mijn internationale certificering als trainer in de Non Violent Communication. Daarvoor houd ik een logboek bij over de keren dat ik toch nog uit mijn slof schiet, onder het motto: ‘Gradually become less stupid…’, een uitspraak van grondlegger Marshall B. Rosenberg.

Ik ben laat en het is druk. De ruimte ligt bezaaid met fitnessmatjes, steps en gewichten. Mijn favoriete plek is bezet: achter de luidsprekerboxen, waar de harde muziek, die bij 'bodypump' schijnt te horen, nog te verdragen is. Ondanks deze herrie is het voor mij al jaren een effectieve bewegingsles. De dreunende muziek zet in en de instructrice begint: 'Naar beneden, twee, drie, vier en terug, twee, drie, vier...’
Ik zeul matje, step en losse gewichten mee. Achter die vermaledijde boxen probeer ik me er nog ergens tussen te proppen. Niemand schuift ook maar één millimeter op. Dan maar voor de boxen, consequentie van te laat komen. Ook daar is het niet eenvoudig en schuift weer niemand op, ondanks dat ik zoekend rondloop, maar ik zie een gaatje.

Achter mij klinkt meteen een boze mannenstem: 'Moet je nou precies voor mij gaan staan?'
Ik draai me om en snauw: 'Ik wist niet dat jij jezelf zo nodig in de spiegel moet zien.’
Snel graai ik weer mijn spullen bij elkaar en ga helemaal achterin staan. Ik tril na van de felle adrenaline-aanval in mijn lichaam, mijn hoofd is er niet bij. Werktuiglijk doe ik mijn oefeningen. Bovendien schaam ik  mij voor mijn uitval; moest dat nou? Maar hij ziet toch ook wel dat het druk is vandaag? Ik deed juist mijn best om niemand in de weg te staan! Hij gaat er blijkbaar van uit dat ik hersenloos en asociaal voor hem ga staan. Waarom schuift ook niemand een stukje op? En hoezo moet hij zichzelf in de spiegel zien? Het gaat er toch om hoe het voelt, niet hoe het eruit ziet? IJdele kwast… Ach hoewel, misschien wil hij in de spiegel controleren of hij de bewegingen goed uitvoert en is het geen ijdelheid.
Tussen twee oefeningen door, bij het wisselen van gewichten, kruist mijn blik die van de boze man. Ook bij hem meen ik ongemak te bespeuren. Hij doet regelmatig deze les, maar we hebben nog nooit een woord gewisseld. Na afloop aanspreken, even goedmaken? Tijdens het opruimen, zoek ik nogmaals oogcontact, maar hij niet met mij. Ik stap niet op hem af, heb geen woorden paraat.
Op weg naar de kleedkamer loopt een vrouw naast me. 'Hoorde ik dat nou goed?', zegt ze, ‘mocht je niet voor hem staan? Wat een agressieve idioot!’
Hoewel deze veroordeling beslist niet non violent is, doet het me goed. Ik glimlach dankbaar.
De keer daarna ben ik op tijd, zodat ik achter de boxen kan staan. De man is er ook en ik doe weer net als altijd: alsof ik hem nog nooit heb gezien.





Een kat in het nauw...

Non Violent Communication, opgezet door Marshall B. Rosenberg, is een methode om (verbaal) geweld te voorkomen of te ontzenuwen. Rosenberg ontdekte dat de overeenkomst tussen religies empathie is, wat de basis werd voor deze inmiddels wereldwijd verbreide methode. Ik werk aan mijn internationale certificering als NVC-trainer en houdt daarvoor een logboek bij in de vorm van columns over de keren dat ik toch nog uit mijn slof schiet, onder het motto van Rosenbergs uitspraak: ‘Gradually become less stupid…’

De journalist van ons stadsblad ziet bleek om de neus; hij komt om mij te interviewen en wordt getrakteerd op een bitchparty. Ik sla mijn figuurlijke nagels uit en krab. Raak!
Hij roept: ‘Graag of niet: je werkt mee, of we gaan!’
Ik haal adem en spreek mezelf toe: Macrander, neem je verantwoordelijkheid. Ik bind in.

Even daarvoor stonden we aarzelend tegenover elkaar in mijn woonkamer, de journalist, de fotografe en ik. Een gesprek met deze man voer ik liever in de kroeg. Een interview in de krant vind ik lastig, woorden worden altijd via de blik van een journalist verbogen. Ik schrijf liever zelf. 
Maar publiciteit is goed voor mijn werk en dus voor de aflossing van mijn hypotheek. Ik ‘moet’ wel… Het word ‘hoereren’ duikt in mijn hoofd op. Dit vind ik het minst leuke aspect van mijn vak. Het gaat mij niet om ‘iemand’ zijn, maar om wat ik doe. Ondanks deze innerlijke bezwaren heb ik voldoende motivatie verzameld om akkoord te gaan; feitelijk voor die rotcenten. 
Alleen die foto... Ik heb vele mooie foto’s, gemaakt in een studio, bij een fotografe, die ik ervoor betaal om me op mijn gemak te stellen, zodat ik altijd goed op haar foto’s sta. Dat is je visitekaartje in mijn vak! Nu moet ik echter ’s ochtends om tien uur gefotografeerd worden, in mijn huis, voor de lens van iemand die ik helemaal niet ken. Het was telefonisch afgesproken, maar ik was het vergeten, had alleen nog aan het interview gedacht.
Redeloos emotioneel verzet komt in alle hevigheid omhoog en ik probeer het gesprek opnieuw te voeren dat door de telefoon al afgehandeld was. Of ze niet een foto uit mijn bestand kunnen kiezen. Ik laat mijn website zien: kijk, mooie foto’s!
De fotografe zegt: ‘Die paar waarop je bekken trekt zouden voor mij niet hoeven.’
‘Ik ben cabaretier!’ zeg ik bekken trekkend.
‘Zou je tussen de schuifdeuren willen gaan staan voor de foto?’
Ik vraag of ze me niet kan fotograferen aan tafel, tijdens het gesprek. Ik wil niet poseren.
Dat kan niet, vindt ze, dat is niet bijzonder genoeg. Ik vind tussen de schuifdeuren ook niet bijster bijzonder.
En opeens roep ik alles wat ik voel en denk:  ‘Stom interview, gedoe, hoereren, rotcenten, simplistisch…’
Waarop de journalist dus manhaftig roept: ‘Graag of niet!’
Ik ga braaf, maar innerlijk kolkend, tussen de schuifdeuren staan. De fotografe vraagt of ik wil glimlachen. Ik glimlach, maar niet echt en weet: dit wordt een vreselijke foto…

Bij het verlaten van mijn huis vraag ik de journalist of hij het voorval met de foto uit zijn verhaal wil houden. Hij was van plan dat wel te beschrijven, maar strijkt over zijn hart.

Het duurt tot begin van de middag voor ik tot bedaren ben gekomen en mijn schaamte en schuldgevoel heb overwonnen. Kwetsbaar: je kop in de krant, kwetsbaar: jouw woorden vertaald door een ander in de openbaarheid. Een kat in het nauw maakt vreemde sprongen; ik begrijp mezelf. 
Volgende keer in de gaten hebben dat mijn angst in het geding is. Fors leerpunt.




maandag 2 februari 2015

Dr. Phill-Shock

People in psychological trouble fascinate me. I remember the first time I saw an Oprah Winfrey-show, about a young woman who had been abused. I was relieved about the openness in which she spoke, the tears that were allowed to flood. Finally this beautiful world under the surface was taken out in the open. Let it be there, no shame, no blame!
I am even more fascinated when people are in psychological trouble with each other. Sometimes, for these reasons, I watch a Dr. Phill-show, but there’s something about him I don’t trust. Maybe it’s the moustache, it’s so big…


Lately I watched his show about a couple in serious marriage problems. They were caught in a tragic pattern and unfortunately had a baby of eight months. He blamed her of being aggressive and had called the police many times during small domestic fights, he even called her a ‘sociopath’. She was very occupied with the baby and once, when he had left for a walk with the kid, she sent him texts telling him to come home, or else she would indicate her kid as missing.
These caricatural behaviors were told in the beginning of the show and I was very curious how Dr. Phill would get through to them, to their feelings and needs, to the real tragic that was going on.
But he didn’t. He kept repeating these facts, and asked them whether this was true, which they confirmed. Break. He told the man that the police has more important work to do than going to small domestic fights. The audience applauded. Break. He told the woman that a father has a right to make a walk with his son through the park, even though she was still breastfeeding. The audience applauded even louder. Break. He asked the mother of the woman to get on stage, who said that not her daughter was a sociopath, but the husband was. Break. I still waited for something to happen, the unhappy couple too.
The man told he wanted to get in counseling so that he could tell his wife what was wrong with her. The woman shook her head, she obviously thought there was nothing wrong with her. Finally, after half an hour, Dr. Phill promised he would get them adequate help, but what this would consist of, he didn’t tell. The end.
I was shocked! The whole show was one open condemnation of the two, who had the courage (or were so desperate) to tell about their very destructive relationship in which they got trapped. Dr. Phill did not stop accusations, didn’t make them speak for themselves, didn’t make them look inside: no feelings were shared, no needs were discovered.
Dr. Phill used these people to show how morally superior he his. And the audience applauded and loved themselves too. No compassion, no empathy. It hurt me, because I know we can all get trapped in a relationship in which we get desperately blind.

I wonder what his unmet needs are… Recognition? Being of any importance? To be seen and heard?
I should feel sorry for Dr. Phill, but I dislike big moustaches even more now…

2-2-2015